Van blauw licht, te laat eten tot piekeren: daarom slaap je zo slecht

Goede nachtrust in 9 tips

1. Ga goed om met licht. Houd het donker in de avonduurtjes en gun jezelf een maximum aan helder daglicht overdag, van ’s ochtends tot 17 uur.

2. Houd je stress onder controle. Stress bouw je het best regelmatig af in de loop van de dag, en zeker in het uur voor je naar je slaapkamer gaat.

3. Beweeg overdag. Dagelijks een halfuurtje bewegen, zeker tijdens het eerste deel van de dag, zal zowel je energiepeil, je slaapkwaliteit als hoeveelheid ten goede komen.

4. Eet wijs. Pas de juiste voedingsgewoonten toe, zorg voor regelmaat in je maaltijden.

5. Cultiveer een positieve manier van denken. Je mag gerust piekeren, maar vermijd het in je slaapkamer of bed. Slapen is je heerlijk overlaten aan een ander universum waar je alle controle mag loslaten. Je hersenen doen de rest vanzelf.

6. Maak je hoofd leeg. Zet gerust die TV wat vroeger uit, zet je smartphone op vliegtuigstand vanaf 21 uur ’s avonds en dim gezellig de lichten in de woonkamer. Hoe meer je het uur voor het slapengaan (en voor je naar je slaapkamer gaat) gebruikt om te ontspannen, te mediteren of enkele ademhalings-,stretch- of yoga-oefeningen te doen, hoe rustiger je zal slapen.

7. Ga slapen als je slaperig bent, niet als je moe bent. Minder is soms meer, in die zin dat je veel meer hebt aan een kortere, kwaliteitsvolle nacht dan aan uren wakker liggen in bed. Van alleen in bed te liggen om te ‘rusten’ recupereer je niet. Vaak zal je alleen maar meer moe worden en zelfs kwaad worden op jezelf omdat je niet kan slapen.

8. Respecteer zoveel mogelijk je bioritme. Vroege of late vogel, probeer niet onder de wol te kruipen voor je brein en lichaam klaar zijn om te gaan slapen. Veel mensen met (in)slaapmoeilijkheden hebben geen slaapstoornis, maar veeleer een ritmeprobleem. Als je niet gemaakt bent om te gaan slapen om 22 uur ’s avonds, wil dat zeggen dat je biologische klok je slaapsysteem niet optimaal aanzet om dat uur, dus dan val je ook niet in slaap.

9. Kom uit bed als je ’s nachts lang wakker ligt. Laat letterlijk het wakker zijn achter door je slaapkamer te verlaten. Installeer je rustig op een gezellig en donker plekje en breng weer rust in je hoofd tot je de natuurlijke slaperigheid weer voelt opkomen. Gewoon al in het donker gaan zitten en je ademhaling tellen (vier tellen in, zes tellen uit, en telkens je adem even inhouden) kan je al een heel eind op weg helpen. Laat de tijd los: kijk zeker niet naar je wekker om te weten hoe laat het is. Geloof in je interne tijd en je slaapsysteem en laat pas de volgende ochtend de externe tijd weer toe in je leven.

Bron: Inge Declercq voor Het Laatste Nieuws – zaterdag 12 november 2022